Deze molen is in 1980/'81 gebouwd als opvolger van een grondzeiler van het Zeeuwse type, die daar in 1736 was gebouwd en op 24 juni 1977 door brand geheel werd verwoest.

Na de brand startte de dorpsgemeenschap direct een grote actie om de molen terug te krijgen en met succes: in 1979/'80 sloopte molenmaker Medendorp een uit 1896 daterende stellingmolen in het Duitse Grossheide en herbouwde deze als grondzeiler in Arnemuiden. Het geheel werd gecompleteerd met een nieuwe kap en een Oud-Hollands opgehekt wiekenkruis. Zo kreeg Arnemuiden zijn molen terug.

Voor het oog lijkt het een achtkante molen van het Zeeuwse type, maar in de praktijk zijn er nogal wat verschillen. De huidige maalinrichting omvat een koppel stenen op een maalstoel, nooit eerder vertoond in Zeeland. Ook werd een aantal typisch Duitse kenmerken (letterlijk) meegenomen, zoals het kruiwerk: de kap draagt op brede (niet conische) flenzen. In het midden is er een versmalling waarin de rails zich bevindt. Deze heeft geen dragende functie, maar dient louter ter centrering van de kap. De tandkrans van de zelfkruiing bleef eveneens gehandhaafd.
Het enig overgebleven bruikbare onderdeel van de verbrande voorganger, het kruirad, werd bij de restauratie herplaatst.

Bij onderzoek van de fundamenten, na de brand, werden de teerlingen van de voorganger, een standerdmolen, aangetroffen. Ook bleek de pelsteen, waarvan men dacht dat deze al heel lang geleden was verwijderd, nog steeds onder de vloer aanwezig.
Bijzonder jammer is evenwel dat in het kader van de herbouw van 1981 het motorhok, dat de brand vrijwel onbeschadigd had overleefd, werd gesloopt. Met dit hok verdween ook de antieke Deutz-dieselmotor.

De molen draait en maalt zeer regelmatig.