De molen werd gebouwd door Aart van der Schoot uit Spijk voor ƒ 8500,--.

De in 1915 gestoken bovenas verving een in dat jaar gebroken exemplaar dat waarschijnlijk in juli 1850 was aangebracht. De oorzaak van het breken van de as is niet precies bekend: volgens een ooggetuige stond de molen slechts met een matige gang bij een noordenwind te malen op het moment dat de as brak. Hierbij raakte ook de kap zwaar beschadigd. De nieuwe spanten voor de kap werden bij dit herstel in profielijzer uitgevoerd. Waarschijnlijk zijn toen ook beide voeghouten vervangen door de huidige van ijzer geconstrueerde exemplaren. Een van de twee vroegere voeghouten doet nu dienst als vangbalk.

Het bij deze molen horende stookhok is in de zomer van 2005 gerepareerd. Alle Nederwaard-molens bezitten een dergelijk hok, dat vroeger diende voor het verwarmen van het water in de zomerperiode wanneer er in de molen nog niet gestookt werd. Zodra het stookseizoen weer aanbrak werd er in de molen weer gekookt op het fornuis.

In mei 2010 zijn beide waterlopen uitvoerig onderhanden genomen. Het  werk bestond uit een nieuwe fundering voor drie basaltschoeiingen, gedeeltelijk de toog van de achterwaterloop vernieuwen en een nieuwe vloer in de voorwaterloop. In de zomer van 2018 heeft men de stenen romp grondig gereviseerd.

Van de acht Nederwaardmolens heeft deze molen het grootste en breedste scheprad.

Meer over de geschiedenis van de boezembemaling van de Nederwaard is te vinden bij Nederwaard Nr. 1