Op 26 maart 1738 werd de bouw van deze molen aangenomen door Jan Verloop uit Vuren voor een bedrag van ƒ 7997,--.
In 1872 werd de romp 57 cm. hoger opgemetseld en werden ook de voorwaterloop en de molenwerf met 20 cm. verhoogd. Voor het verhogen van de romp werden 5500 ijsselstenen gebruikt. Ook de vlucht moet daarbij zijn vergroot. 

Molenhistoricus J.S. Bakker kwam tot de conclusie dat de bovenas van deze molen moet dateren uit 1837, maar voordat deze werd gestoken nog een paar jaar "waarloos", ofwel op voorraad, heeft gelegen. Ervan uitgaand, dat deze conclusie juist is, moet dit de oudste nog bestaande gietijzeren bovenas van Nederland zijn.

In 2001-2002 onderging de molen groot herstel aan de waterlopen. In de winter van 2016/17 zijn de windpeluw vernieuwd, de voeghoutkoppen hersteld en is een nieuw lager onder de spil geplaatst. Daarmee is de molen weer geheel maalvaardig.

Bij de molen is nog een vrij orgineel bakhuisje aanwezig, dat nu dienst doet als toiletgebouwtje. Dit huisje is afkomstig van de Nederwaard no. 5. Het van oorsprong aanwezige stookhok verdween in de jaren '50 toen de Nr. 2 tot toeristenmolen werd bestemd.
Deze molen is in gebruik als toeristenmolen en trekt jaarlijks ruim 100.000 bezoekers. 

Meer over de geschiedenis van de boezembemaling van de Nederwaard is te vinden bij Nederwaard Nr. 1.