De molen is gebouwd door de Winterswijkse molenbouwer Maas in opdracht van Roelof Tenkink. Maas bouwde van zeer licht inlands eikenhout een sierlijke molen.
Tenkink was uit Ratum afkomstig en woonde sinds zijn huwelijk op de boerderij Meenk (waarnaar de molen werd vernoemd). De molen maalde voor het eerst op 1 augustus 1851.

In 1883 werd het bedrijf uitgebreid met een maalderij en houtzagerij, aangedreven door een stoommachine. Deze werd in 1922 vervangen door een dieselmotor. De windkracht bleef intussen ook in gebruik: in 1946 werd de binnenroede uitgerust met het Ten Have-wieksysteem.
In de loop van de jaren '60 nam de activiteit af; rond 1980 was er sprake van verval en was vooral het wiekenkruis aan groot herstel toe. 

Eind 1988 maakte molenmaker Vaags uit Aalten een aanvang met een forse restauratie. Het achtkant stond daartoe, nadat eerst de kap was verwijderd, enige tijd naast de molenberg, om daar geheel te worden hersteld. Op 19 mei 1990 volgde een feestelijke ingebruikname.

Eigenaren van deze molen:

• H.J. Tenkink (1851 - 1893)
• H.J. Tenkink (1893 - 1895)
• G. Roosen (1895 - 1918)
• Erven Roosen-Tenkink (1918 - 1937)
• H.C.J. Roosen (1937 - 1952)
• J.H. Woordes (1952 - 1962)
• B.H. Woordes (1962 - 200?)
• H.J. Woordes (200? - heden)

De families Tenkink en Roosen waren eigenaar, geen molenaars: zij verpachtten de molen en deden dat steeds aan leden van de familie Woordes.